Artikel gereed gemaakt voor publicatie in NRC Opinie in december 2010, maar ingehaald door de actualiteit rondom Tunesie, Egypte etc.
Bèta’s: gelopen race
Jeroen van der Veer laat op 18 november weten dat er te weinig bèta’s zijn; Ger Groot zegt op 24 november: betaal ze dan wat meer.
De oproep van Van der Veer is reeds vaker gedaan; het klopt namelijk dat er in Nederland schrikbarend weinig mensen voor techniek of andere bètavakken kiezen. Ik heb eens, om de (basis)school van mijn kinderen te overtuigen van het nut van techniek-promotie, een collage gemaakt van de artikelen die in een paar maanden tijd over dit onderwerp waren geschreven. Het was bijna ondoenlijk.
In de afgelopen paar jaar is er een ware hausse geweest aan bèta-promotieprogramma’s; het ministerie, het platform Bèta-techniek, het Kivi-Niria, de Stichting Techniekpromotie zijn slechts enkele van de instellingen die zich hiermee actief hebben beziggehouden. Het aantal subsidies is ongekend hoog geweest. En onze school heeft ze bijna allemaal binnengehaald. Het was hartverwarmend om zoveel steun te mogen ondervinden. Maar heeft het gewerkt?
Feit is dat het ministerie gedurende een aantal jaren het vak techniek verplicht heeft gesteld. Een tweede feit is dat, nu die verplichting is vervallen, alle scholen in Den Haag het techniekonderwijs hebben laten vallen. Behalve soms als project, buiten schooltijd, voor reeds-in-techniek-geïnteresseerde kinderen. Hetzelfde beeld zie je in andere steden. En niet verwonderlijk: techniek is geen examenvak, voor techniek moet je een tweemaal zo groot lokaal vrijmaken, een techniek-meester of -juf is lastig te vinden, en de meeste schooldirecties “hebben” niets met techniek. Daarbij (de eerlijkheid gebiedt het te zeggen) wordt techniek vaak gegeven als een verkapt soort handenarbeid. En het is, weet ik uit eigen ervaring, verdraaid lastig om een “echt” technisch onderwerp te vinden, niet te moeilijk, maar vooral ook niet te makkelijk, dat je zonder al te veel rekenwerk kan behandelen. Laat staan een heel jaarprogramma. En ook op de basisscholen zijn de techniekprogramma’s, hoewel vaak met veel enthousiasme door (vnl.) ouders gegeven, inmiddels weer ingezakt.
Waarom is dat zo lastig? Als ik Frans wil geven, of aardrijkskunde of wiskunde, kijk ik gewoon op de site van een paar uitgevers en dan vind ik volledig uitgewerkte programma’s, met boeken, werkboeken, handleidingen, etc. Jammer genoeg is een dergelijk programma voor Techniek niet te vinden. Enkele instituten hebben manmoedige pogingen gedaan om techniek-dozen en -kasten te ontwerpen, gevuld met opdrachten en proeven, maar voor een techniek-onderwijzer is het heel lastig om daarmee een heel jaar te vullen.
De eerste slag is dus gemist. En ik vraag mij af of er een tweede subsidiegolf verwacht mag worden, nog afgezien van de vraag of die niet hetzelfde lot beschoren zal zijn als de eerste.
Helaas kunnen we nu nog niet het effect zien van die eerste subsidiegolf, die komt pas over een paar jaar als de kinderen die daarmee zijn bereikt hun studiekeuze gaan maken. Zullen meer dan de klassieke 15 a 20% een beta-keuze maken?
In de opkomende landen kiest een veel groter percentage voor techniek. Ook meisjes. En in mijn ondervinding hebben meisjes procentueel minstens evenveel aanleg voor techniek als jongens. Het is trouwens erg leuk om te zien dat zij het op een andere manier benaderen: jongens weten het antwoord op mijn vragen binnen een seconde, of in het geheel niet. En meisjes zie je eerst piekeren voordat ze een antwoord geven. Meestal is dat antwoord dan ook beter. En natuurlijk zijn er ook kinderen – vnl. meisjes – die geen enkel gevoel hebben voor techniek, en dat is prima. In elk geval is het zo dat ruim meer dan 20% (in mijn ervaring 50 a 60%) interesse in en gevoel voor techniek hebben. Als dat zich zou kunnen vertalen in 30% aanmeldingen voor een bètastudie, dan zijn we er al.
In een reactie zegt Groot dat de Nederlandse bedrijven (waaronder Shell) dat aan zichzelf te danken hebben, en hij heeft wel een punt. In opkomende landen heeft techniek een veel beter imago, niet in de laatste plaats omdat je er goed mee kan verdienen.
Maar kan het ook? Is het mogelijk om de beloningsbalans managers/technici te laten kantelen? Ook dit idee is niet nieuw, en vanwege een vreemd mechanisme is het niet mogelijk gebleken. Het antwoord zal waarschijnlijk gezocht moeten worden in marktwerking, concurrentie van immigranten uit - inderdaad - opkomende landen, imago, en misschien het onvoldoende “geldwolf” zijn bij technici. Evenzogoed is het niet mogelijk gebleken om de balans tussen (bijvoorbeeld) bankiers en ambtenaren maar een millimeter te laten omslaan, ondanks een giga-crisis v.w.b. de eersten. Op dit moment worden ambtenaren ontslagen en bankiers aangenomen. Vreemde wereld.
Dat raakt meteen aan de kern van deze zaak: kiezen kinderen inderdaad uit financieel gewin voor een studie? MBA-studenten en juristen misschien wel (of is dat een vooroordeel?), maar psychologen, filosofen en technici niet. Die kiezen uit interesse. Daarom is het voorbeeld van Van der Veer (450 psychologen vs. 37 scheikundigen), ook al is het een wat overdreven voorstelling, best goed gekozen.
Tussenkop: “stop maar”
Het antwoord op dit dilemma? Ik weet het niet. Jammer dat het niet mogelijk is gebleken om techniek een vaste voet te laten krijgen in het onderwijs. Hoe komt het toch dat dit voor drama en muziek wel gelukt is?
Een nieuwe grootschalige golf van aandacht is denk ik noch bij het ministerie, noch bij de scholen een haalbare kaart. Waarom niet proberen om op een lager pitje, maar wel continu, door te gaan? Een korte, maar heldere, inleiding tot de techniek in de bovenbouw van de basisschool, of in de onderbouw van de middelbare school. Vijf of zes lessen, meer niet. En waarom niet een Canon?
Al met al is het beter om te stoppen met al te grote ambities op het vlak van bèta en techniek. We zullen er met technische gastarbeiders (Polen, Chinezen) vast ook wel komen.
Ir. Sander van Reedt Dortland (interim manager) heeft gewerkt voor kleine tot zeer grote technische bedrijven (HCG, Eneco, Shell), en voor technische overheidsinstanties (I-bureau RET, I-bureau GW Rotterdam). Hij is onbezoldigd gastdocent Techniek aan een basisschool, en aan een middelbare school.